Na twee prachtige huttentochten gelopen te hebben in Oostenrijk lijkt het Marloes, haar man en hun twee kinderen leuk om in de zomer van 2025 in hun geliefde vakantieland Frankrijk…

Ieder jaar, net voor de zomerdrukte aanbreekt, probeer ik de bergen op te zoeken voor twee van mijn hobby’s. Dit zijn een gave uitdagende trailrun doen en tegelijk een prachtige bergbestemming ontdekken. Na enig speurwerk in het voorjaar van 2025 kwam ik uit op een plek die ik nog niet eerder bezocht had: de Zwitserse plaats Pontresina in het Oberengadin, gelegen in het zuiden van het kanton Graubünden. Een plek die er adembenemend mooi uitziet en op 5 juli stond er ook nog eens de Bernina Glaciers Marathon gepland.

Dit keer ga ik met de auto naar Zwitserland. Met een hoop spullen mee en ook nog een mountainbike lijkt dit me voor nu toch praktischer. Qua reistijd ontlopen de auto en trein elkaar niet zoveel. Na een hoop wegwerkzaamheden in Duitsland rijd ik ontspannen door Zwitserland en met name het laatste stuk van de reis is genieten.
Het laatste stuk gaat over de Albulapas. Deze pas verbindt het dal van de Albularivier met het Engadindal loopt van Thusis tot aan de plaats La Punt. Onderweg rij je door het prachtige treindorp Bergün, door verschillende kloven en passeer je een hoogte van 2315 meter. De trein gaat ook door dit prachtige dal, over de Albulabahn (tevens UNESCO Werelderfgoed). Als kers op de taart passeer je ook nog eens het iconische Landwasserviaduct.
Met een trail in Oostenrijk in mei in de benen en verder vooral trainingskilometers in Nederland lijkt het me goed om eerst even aan de hoogte te wennen voordat ik aan de trail begin. In het Oberengadin ben ik omgeven met hoge bergtoppen, sommige meer dan 4.000 meter hoog. Mijn reisdag stopt op de parkeerplaats waar de gondel naar Diavolezza gaat. Ik koop een single ticket en ben blij dat ik na de rit van vandaag niet omhoog hoef te lopen.


Wanneer ik uit de lift loop kijk ik recht tegen de prachtige gletsjers aan. Ik heb een van de laatste liften (tot 17:00) gepakt waardoor het heerlijk rustig is. Ik blijf nog even staan op het panoramaterras om foto’s te maken van de Persgletsjer en de Morteratschgletsjer die voor me liggen. Het uitzicht is adembenemend mooi en voor mij liggen de meer dan 4.000 hoge Piz Bernina en de Piz Palü. Ik realiseer me dat ik me hier op een indrukwekkende plek begeef.

Het koelt snel af op bijna 3.000 meter dus gauw naar binnen. Ik heb namelijk een kamer geboekt bij Berghaus Diavolezza en check snel in. De kamer is niet heel groot, maar prima om de nacht door te brengen en vanuit mijn raam heb ik een schitterend uitzicht. Na het inchecken schuif ik aan in het restaurant voor een goede maaltijd en ga er op tijd in. De andere aanwezigen doen dat overigens ook gezien de meesten de ochtend erop er vroeg weer uit gaan om te klimmen.


Na een goede nacht op mijn ‘acclimatiseringsplek’ maak ik ’s ochtends nog een korte wandeling. Ik loop in een kleine 1,5 uur zo’n 2 kilometer naar Munt Pers. Munt Pers ligt zo’n 240 meter hoger dan Berghaus Diavolezza waardoor het toch een klein klimmetje is. Aan het eind heb ik een prachtig panoramisch uitzicht.


Na uitgecheckt te hebben is het tijd voor de afdaling. Het is heerlijk zonnig, de omgeving is schitterend en ik vind het zonde om enkel in de lift te zitten. Ik besluit de route Val d’Arlas te volgen naar het dal. Onderweg steek ik enkele sneeuwvelden over en passeer ik prachtige blauwe meertjes. Het is jammer dat ik hier niet langer kan zijn, want er zijn tal van prachtige wandelingen.

Eenmaal onderweg zie ik de wolken snel donkerder worden en het begint ook te waaien. Met een korte broek aan en zonder regenjas denk ik ‘het zal toch niet’. Maar het blijven de bergen en binnen 10 minuten komt de regen met bakken uit de lucht. Ik besluit er maar een trainingsrun van te maken en ren snel naar de auto waar ik doorweekt aan kom. Les weer geleerd: altijd een regenjas mee.

Op naar mijn tweede plek om te overnachten. Ik ben op weg naar Camping Morteratsch en als ik de plaatjes mag geloven één van de mooiste campings in Zwitserland. Aangezien ik wat vroeg ben ik én vergeten ben handdoeken in mijn tas te stoppen rij ik vast naar Samendan, nabij St. Moritz (gelukkig zit hier ook een Jysk). St. Moritz is alom bekend als mondaine plaats en de oldtimer tour die op het moment dat ik in de buurt plaatsvindt bevestigt dit. Wel heerlijk om naar de prachtige oude auto’s te kijken, inclusief bestuurders in bijpassende kleding.
Oké, handdoeken binnen en tijd voor boodschappen. De Migros is dichtbij en ik sla vast in. Want ik handig vind aan de Migros is dat wel vaak een restaurant bij zit. De omgeving van St. Moritz is niet de goedkoopste, maar wanneer je het een beetje slim aanpakt hoef je het niet te duur te maken. Ik neem een flinke warme maaltijd (toch wel trek gekregen van de wandeling naar beneden) en betaal hier nog geen 13 CHF voor.

Na ingecheckt te hebben op de camping fiets ik naar Pontresina. Vooraf heb ik gelezen dat er tal van goede gravelpaden zijn, de reden dus dat ik mijn mountainbike mee heb. Het is een klein stukje fietsen van de camping naar Pontresina door een overigens prachtige omgeving. Ideaal, want zo kan ik de auto mooi laten staan.
Pontresina is een prachtig dorp in een zijdal van Val Bernina. Ik fiets door de brede dorpsstraat en kijk om me heen naar de prachtige beschilderde huizen, winkels en hotels uit de Belle Époque. Hoewel de plaats bekend is bij veel toeristen, met name te danken aan de prachtige omgeving maar ook aan de Bernina Express, valt het me reuze mee qua drukte begin juli.
Camping Morteratsch is een parel. Veel anders kan ik het niet omschrijven. De ligging, aan de voet van de gletsjer, is schitterend, de watertjes stromen letterlijk over de camping, er is een helder meertje en het sanitair is ruim, schoon en verwarmd. Er is een mooie mix aanwezig van staanplaatsen en huuraccommodaties. Zelf verblijf ik in een ‘schalffass‘ een knus houten barrel. Op de camping hebben de kids genoeg te spelen en is er een restaurant, terras en ook een winkel aanwezig.

Wanneer ik de camping af fiets en een stukje het dal ik rijd dan zie ik gelijk alweer de bekende Zwitserse grillplaatsen. Deze zijn weer schitterend gelegen, aan het water en met voldoende hout aanwezig om je worstjes te grillen.




Eén van de plekken die ik wil bezoeken tijdens mijn verblijf is Val Roseg. Dit zijdal, bereikbaar vanuit Pontresina, moet als ik het mag geloven prachtig zijn. Na een goede nacht op de camping zijn de benen wel weer hersteld van mijn onverwachte sprint naar beneden en fiets ik via Pontresina naar Val Roseg. Val Roseg kan je in via een brede zandweg die autovrij is (het hele dal overigens). Je kan, net als ik, met de fiets gaan, gaan lopen of met een paardenkoets.

Het lijkt vrij vlak maar ik moet toch flink omhoog fietsen merk ik. Ik fiets evenwijdig aan de blauwe rivier met smeltwater omhoog en passeer koets na koets. Na een tijdje kom ik bij Hotel Restaurant Roseg Gletscher uit. Tijd voor een soepje en pauze. Vanaf hier kan ik nog een stukje fietsen waarna ik deze tegen een rots parkeer en te voet verder ga. Ik start een prachtige wandeling omhoog richting de gletsjer. Dit dal is echt adembenemend en ik baal een beetje dat ik niet het hele stuk omhoog kan lopen. Ik voel de benen een beetje van het lopen en fietsen en met nog een marathon en 2.600 hoogtemeters voor de boeg besluit ik om maar eens verstandig te doen.

De rit terug naar het dal is genieten! Zonnetje, schitterende omgeving en lekker afdalen. Die wandeling naar de gletsjer komt nog wel, want ik weet zeker: het duurt niet lang voordat ik hier terug kom. Eenmaal aangekomen bij het stadhuis van Pontresina pik ik mijn startnummer op voor de trail van de dag erop. Hier krijg ik ook mijn gehuurde spikes uitgereikt die ik nodig ga hebben om de gletsjers over te steken tijdens de Bernina Glaciers Marathon.

Het is zaterdag 5 juli en tijd voor een dag door de bergen rennen. Na een vroege wekker, stevig ontbijt en (wederom) een fietstochtje van zo’n 5 kilometer van de camping naar Pontresina verschijn ik rond 7 uur aan de start. De hoofdstraat van Pontresina vult zich met trailrunners die allemaal staan te wachten tot de start om 7:30 voor de koningsafstand van de Bernina Ultraks. En om precies 7:30 is het zover en gaan de honderden trailrunners waaronder ikzelf van start.
De eerste kilometers gaan rustig omhoog en is het altijd even inkomen. Na een kilometer of 5 wordt het serieus klimmen naar de Boval Hütte en daarna door naar de gletsjers. Ik mag er twee oversteken en ben blij met de spikes, die ik hard nodig heb ik om de enorme ijsmassa over te komen. Mijn regenjas komt goed van pas (nu wel mee en ook verplicht) want het waait, regent en soms valt er wat natte sneeuw. Na twee gletsjers overgestoken te hebben mag ik weer omhoog klimmen tot bijna 3.000 meter naar de aankomst bij Berghaus Diavolezza (waar ik 2 dagen terug overnacht heb).

Daarna is het tijd voor een lange afdaling en onderweg mag ik in de (inmiddels) stromende regen een flinke uitglijder, koprol en haal mijn knie open aan de stenen. Gelukkig kan ik wel verder na weer opgelapt te zijn door de EHBO’ers ga ik verder richting Alp Languard. De regen heeft inmiddels plek gemaakt voor de zon en de temperatuur loopt ook snel op. Ik begin de benen nu wel wat te voelen en maak me op voor de laatste klim naar Chamanna Segantini. Vanaf hier is enkel nog afdalen naar het centrum van Pontresina waar ik weer onder de finishboog door mag rennen.
Na genoten te hebben van de adembenemende omgeving mag ik met vermoeide benen en een dikke knie terug naar de camping. De 5 kilometer licht omhoog fietsen vallen me nu toch iets zwaarder (elektrische fietsen doen we niet aan). Eenmaal bij de camping plof ik op het terras in de namiddagzon neer met een koud lokaal speciaalbiertje.
De Bernina Express moet de mooiste treinrit van Zwitserland zijn. Hoewel deze in Chur begint maakt de trein een stop in Pontresina om van hieruit het laatste stuk richting het Italiaanse Tirano. Ik had een dag spierpijn ingecalculeerd en het leek me de ideale combinatie om na een dag door de Alpen rennen heerlijk een uurtje of vier in de trein te zitten. Tijd dus om in te stappen op het station van Pontresina.

Het is nog aardig rustig in de trein. Met de populariteit had ik massa’s mensen verwacht, maar dat valt mee. Wel zie je dat het een toeristisch uitstapje is, maar dat is logisch gelet op de prachtige route. We passeren prachtige uitzichtpunten, maken natuurlijk stopjes om foto’s te maken en steken valleien over via hoge bruggen. Na zo’n 2 uur kom ik in het Italiaanse Tirano uit.
Hoewel de meesten op het terras tegenover het station neerstrijken besluit ik maar eens een wandeling te maken. Dit blijkt geen slecht idee want verderop is een hele straat afgezet voor een internationale foodmarket. Heerlijke gerechten van over de hele wereld worden er klaargemaakt en met een marathon in de benen heb ik een vrijbrief (vind ik zelf) om eens lekker los te gaan. Naderhand ga ik nog even op een terrasje zitten en geniet van een iets te vol glas Italiaanse wijn (uiteraard geserveerd met snack) voor maar € 3,-. Daarna is het tijd om weer terug te gaan naar Zwitserland.



Zoals je hebt kunnen lezen heb ik overnacht bij Berghaus Diavolezza en op Camping Morteratsch. Bij Berghaus Diavolezza had ik een Double Plus Room voor zo’n 222 CHF (met z’n tweeën 192 CHF p.p.) inclusief 4-gangen diner en ontbijt (en natuurlijk een verblijf op bijna 3.000 meter en uitzicht op de gletsjers). Op de camping betaalde ik zo’n 388 CHF voor 3 nachten (alleen; met z’n tweeën betaal je iets meer).

Je kan natuurlijk op veel meer plekken overnachten in de omgeving. Gelet op de combinatie van schitterende gletsjeromgeving + mooie dorpen + omgeving St. Moritz maakt dat het geen budgetbestemming is (maar je krijgt er zoveel voor terug … ). We hebben een aantal suggesties uitgebreid beschreven op onze website zoals Randolins Familienresort in St. Moritz en Hotel Schweizerhof Sils Maria. Op de Albulapas kom je door Bergün, waar Reka holiday village Bergün gelegen is.
Liever zelf nog even zoeken? Interhome heeft een groot aanbod van betaalbare appartementen in Pontresina en ook bij Booking is er voldoende keuze.

En ik? Ik ga binnenkort terug naar deze plek met ons gezin. En dit was alleen nog maar de zomer, de winter belooft net zo mooi te zijn. Tijd om ook dat te gaan ontdekken.

Pontresina is vanaf Utrecht circa 975 kilometer rijden. Uiteraard is Pontresina ook goed met de trein bereikbaar en in minder dan 11 uur kan je al van Utrecht Centraal naar Pontresina. Met name het laatste stuk met de trein doet de reistijd snel vergeten en vaak is er ook een ouder-kindcompartiment in de Zwitserse trein.